vrijdag 1 januari 2016

Henk & Herman

Vanmorgen de eerste morgen in het nieuwe jaar, en het was heerlijk rustig, manlief was aan het werk op deze 1e januari, en ik liep in gedachten langs het spoor te wandelen.
Overal was het overschot van een uitvoerig gevierde oudejaarsavond te vinden in Eerbeek, en soms moest je bijna door het vuurwerkafval heen lopen, en daar heb ik het nooit zo op .maar zo langs het spoor was het goed te doen.
We waren gisteravond voor een groot deel alleen, en eigenlijk was dat best wel lekker, want zo konden we ongestoord naar Herman Finkers kijken, alhoewel we het beeld regelmatig even stil moesten zetten , omdat er een salvo van Cobra geluiden door de straat ging, of hoe die dingen dan ook genoemd worden, je hebt het gevoel of je je in oorlogsgebied bevind.
Het was de eerste oudejaarsshow van Herman en voor het eerst was het een oudejaarsshow die live werd uitgezonden.
Vanmorgen liepen de meningen nogal uiteen, de 1 had het prachtig gevonden, en de ander vond dat het was tegen gevallen.
Manlief en ik hadden hoe dan ook genoten, maar misschien kijken wij toch met een iets te gekleurde bril.
Vanmorgen liep ik dus langs dat spoor, en er flitste van alles door mijn gedachten.

Een raar jaar was het jaar 2015 voor ons, we hebben weer eens langs de afgrond heen gelopen, want zo voelde het toen manlief in februari op de 25e verjaardag van onze middelste dochter opgenomen werd in het ziekenhuis, en dat we de volgende dag te horen kregen te horen dat hij darmkanker bleek te hebben.

En dan zakt de bodem onder je voeten even heel ver weg. Maar die man van mij is onverwoestbaar, want 2 maanden later is hij gewoon weer in de wijkzorg aan het werk. Het gaat gelukkig heel goed, en wat dat betreft sluiten we dit jaar prima af. Maar voor mij voelt het toch anders. Ieder jaar, vooral de laatste jaren, was oudejaarsdag de afsluiting van het jaar dat geweest was, en het nieuwe jaar kon alleen maar beter worden. Deze jaarwisseling heb ik maar even helemaal niets meer gewenst, we zien het wel wat 2016 ons wel of niet brengt, we hebben gelukkig elkaar nog en niet te vergeten de 3 dochters met hun mannen en onze kleinzonen.
Vanmorgen moest ik daar aan terug denken, maar ik ging ook een eind terug in de tijd.

Het was begin jaren 80 Manlief (toen nog mijn vriend)en ik waren net verhuisd naar een andere woning in Arnhem, toen manlief ziek werd. Met hevige koliekpijnen en hoge koorts werd hij opgenomen in het Diaconessen ziekenhuis in Arnhem. Ik had het vermoeden dat het om een nierbekkenontsteking zou gaan, want ik herkende de klachten want dat had ik zelf ook een aantal maanden daarvoor gehad. Maar het onderzoek wees niets uit, ze konden geen diagnose geven.

Ruim 2 weken lang zweefde manlief tussen leven en dood, omdat men er maar niet achterkwam wat er aan de hand was . Ik kreeg van de werkgever toestemming om halve dagen te werken, zodoende kon ik op de bezoekuren bij manlief zijn. Een collega bood aan, dat ik met hem wel mee kon rijden van Arnhem naar Wolfheze en eventueel ook terug als we de zelfde dienst hadden. Hij woonde niet zo heel ver van ons vandaan, en nog dichter bij het ziekenhuis dan dat wij dat deden.

Manlief werd ondertussen steeds maar zieker, en overal op onderzocht, zelfs op tropische ziekten, omdat misschien een tante en een oom die een tijdlang in Afrika waren geweest misschien de drager waren van een ziekteverwekker.

Nadat we allemaal de moed hadden opgegeven (inclusief de artsen)dat manlief nog ooit het ziekenhuis levend zou verlaten, wilde 1 van de artsen toch nog een keer het nier onderzoek opnieuw doen. Dit keer was het bingo.
Het bleek om een zeer ernstige steriele Nierbekkenontsteking te gaan, zo werd ons verteld. Er werd gestart met een hele gerichte Antibiotica kuur, en nog geen week later was manlief heel veel kilo’s lichter weer thuis.
De collega was ondertussen mijn steun en toeverlaat geworden, en hij vroeg of we een keer zin hadden als manlief genoeg opgeknapt was een avondje gezellig langs te komen bij hem en zijn vriendin.
Die avond was het begin van een hechte vriendschap tussen ons vieren. Henk en zijn vriendin (2 echte Tukkers )hadden zoveel raakvlakken met ons, dat was onvoorstelbaar. We gingen de dag na ons trouwen samen met Henk en vriendin en onze Greyhound Boy en Duitse herder Aika, en Basko de Berner sennenhond van onze vrienden voor een weekje naar Ameland.

Boy en Aika


Onze vrienden en hun hond gingen met hun rode Lelijke eend (Citroën 2CV), en wij met een (ex) speurhondenwagen een Ford Escort stationwagon van de Rijkspolitie in de originele kleur Blauw met een wit dak. Die hadden we in Arnhem van de Dienst Domeinen gekocht. We hadden een fantastische week toen op Ameland die week in april, en de zon scheen zoveel , dat we zelfs bruin terug kwamen. Op de terugweg toen we net goed en wel van de boot van Ameland af waren, gebaarde een man ons om te stoppen. De man bleek een politieagent te zijn, van het korps Leeuwarden. Hij had geen dienst, en vroeg zich af wat er aan de hand was op Ameland, waarom de Rijkspolitie met speurhonden (hij had allen onze Duitse herder gezien)op Ameland was geweest, hij had namelijk vrij , en had zijn collega’s niets kunnen vragen. We konden er jaren later nog over lachen.
Op een dag vroeg Henk of manlief zin had om naar een voorstelling te gaan in Arnhem in de Kleine zaal van de Stadsschouwburg in Arnhem. Zijn achterbuurjongen van vroeger zou daar namelijk optreden.
Die achterbuurjongen was Herman Finkers. Henk en Herman woonden in hun jeugd in de zelfde buurt in Almelo. Beiden uit een katholiek gezin, de zelfde droge humor, en het zelfde dialect, en ze leken begin jaren 80 door hun donkere haarbos met krullen, en hun snorretje ook nog eens op elkaar.
Voor Henk was het natuurlijk heel bijzonder om naar een optreden van zijn oude buurjongen te gaan.
In 1986 vertrokken manlief met onze oudste dochter van 1.5 en onze Duitse Herder (Boy leefde toen niet meer), en ons hele hebben en houden naar Zwitserland. Daar was werk.
In september 1987 waren we een week over in Nederland. We verbleven die week bij mijn schoonouders. En natuurlijk gingen we ook  richting Arnhem.

We zouden blijven overnachten bij Henk en zijn vriendin. We hadden onze handen vrij omdat onze dochter bij opa en oma bleef, dus we konden lekker een avondje doorzakken. We hadden een hele leuke avond, maar Henk kwam vermoeid over, en we voelden dat er iets gaande was, maar konden er geen vinger opleggen.
Een paar weken later kregen wij te horen dat er inderdaad toen wat aan de hand was, maar ze hadden ons die week waar we ons zo op verheugd hadden niet willen bederven. Henk bleek ernstig ziek te zijn, hij had Non Hodgkin (Lymfeklierkanker).
Er volgde voor Henk periodes van opnames in het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis in Amsterdam met chemotherapie.
Wij vonden het erg dat we zover van hun af zaten in Zwitserland.

Manlief draaide zoveel mogelijk nachtdiensten, die in Zwitserland (toen) van 19.00u tot de volgende morgen 7.00u liepen en dat een week lang. Daarna had je meestal een week vrij, en dan konden wij naar Nederland om Henk en zijn vriendin bij te staan.

Henk wilde in het nieuwe jaar samen met zijn vriendin naar Zwitserland komen. Het leek steeds beter te gaan, en Henk kreeg toestemming van de arts als het zo zou blijven om die reis te maken. Maar in april ging het helaas ineens minder met Henk
We zouden in mei 1988 rond de verjaardag van mijn schoonmoeder een week naar Nederland gaan.

Op 3 mei kregen we een telefoontje uit Arnhem, dat Henk behoorlijk hard achteruit ging. manlief kon het regelen dat hij een paar dagen eerder vrij kreeg, dus we zouden in de nacht van 3 op 4 mei gaan rijden. Net voordat we wilden vertrekken, kregen we een telefoontje met de boodschap, dat we het vooral rustig moesten aandoen, want Henk was 4 mei op de dag dat de doden herdacht worden van de 2e wereldoorlog in Nederland  op de leeftijd van 32 jaar overleden.
Voor Henk konden we niets meer doen , maar zijn vriendin konden we gelukkig met alles helpen. Henk was thuis gestorven in zijn eigen omgeving, omdat de buren allemaal geholpen hadden om hem te verzorgen . Wij kende Henk bijna niet meer terug, dat kwam vooral omdat zijn haar helemaal grijs was geworden.

De dag van de crematie was een hele bijzondere.
Tijdens de plechtigheid werd er muziek van Joe Cocker gedraaid, en dat was in die tijd heel bijzonder om je eigen muziek te draaien tijdens een plechtigheid.

Er werd gememoreerd dat als Henk er in levende lijve bij was geweest, hij gezegd zou hebben:  jongens wat bunt jullie onmundig stil, kom wie wil er nog ene ? Dat was Henk die kon ontzettend genieten van een avondje doorzakken met goeie vrienden en een flesje Grolsch. Henk was een liefhebber van motoren, en van zijn rooie Pielente ( de auto). en iemand met geweldige droge humor, gebracht met een Twents accent.
Dat kwam vanmorgen even allemaal weer naar boven, en nog veel meer, maar dan kan ik nog uren doorgaan.
Herman werd jaren geleden getroffen door Leukemie en kreeg te horen dat hij nog een paar jaar te leven zou hebben, eigenlijk had hij al een paar jaar dood moeten zijn, gaf hij gisteravond aan.
Henk en Herman hadden zoveel raakvlakken zelfs van de muziek van Joe Cocker hielden beiden, ook al maakte Herman daar gisteravond een grap over.
Manlief en ik hebben gisteren volop genoten van Herman, die uiterlijk al lang niet meer aan Henk doet denken.
Herman ik denk dat Henk net als ons, het onwies mooi had gevonden.


Tot 10 januari is de Oudejaarsconference van Herman Finkers nog online te bekijken

05-01-2016 DWDD


Geen opmerkingen:

Een reactie posten